ANALYSE – Als je iets over prestaties van de zorg in Nederland wil zeggen, moet je ook naar de kosten kijken. Er is natuurlijk een verband tussen prijs en prestaties.

Hieronder volgt een internationale vergelijking tussen de macro-kosten en de micro-zorgprestaties in medische zin, waarbij Nederland is afgezet tegen 13 andere moderne Europese landen.

Voor de kosten heb ik gekeken naar de volgende indicatoren:

• percentage kostenontwikkeling BNP 2006-2014 (Wereldbank)
• percentage uitgaven BNP (OESO, Wereldbank) en
• uitgaven per hoofd vd bevolking (OESO, Wereldbank)

Voor de medische prestaties ben ik uitgegaan van de online tabellen van OESO Health at a Glance. Daarbij heb ik op basis van alle hoofdstukken een selectie gemaakt van bruikbare kwaliteitsindicatoren. Met de volgende criteria:

• Uitsluitend selectie van indicatoren met data van alle veertien moderne EU-landen
• Selectie van indicatoren die daadwerkelijk iets zeggen over kwaliteit (sterftecijfers, genezing van kanker, vermijdbare ziekenhuisopnames)
• Niet-medische determinanten van gezondheid zijn niet meegenomen
• Het aantal apothekers en apotheken is meegenomen als tweede indicator van de aanbodzijde, naast het aantal artsen per 1.000 inwoners
• Orgaandonatie is meegenomen

Op die manier is een tabel samengesteld met 19 indicatoren, onderverdeeld in vier clusters: Absolute health, Health Suppliers, Health Status en Quality of Care.

De OESO-tabel scores van de veertien landen zijn omgezet in punten: één punt voor het land met de beste score, veertien punten voor het land met de slechtste score. De scores op alle negentien indicatoren zijn opgeteld en gedeeld door negentien. De gemiddelde score per land die dit oplevert, is vertaald naar de eindpositie: het land met de hoogste kwaliteit heeft de laagste score, het land met de laagste kwaliteit heeft de hoogste score. Zie hier voor de bijbehorende tabel.

Doelmatigheid Nederlandse zorg

Nu er een gekwantificeerd beeld is van de kwaliteit van verschillende medische zorgprestaties is het mogelijk om een prijs-prestatieverhouding te kwantificeren.

Op dezelfde wijze zijn de drie kosten-indicatoren omgezet in punten van 1 tot en met 14. Het land met de hoogste uitgaven aan zorg als percentage van het nationaal inkomen krijgt 1 punt, het land met de laagste uitgave aan zorg als percentage van het nationaal inkomen krijgt veertien punten. De scores op de drie KPI’s zijn opgeteld en gedeeld door drie, dit is opnieuw de gemiddelde score per land.

Als de medische zorg in alle landen even doelmatig georganiseerd is zijn de kosten en de prestaties recht evenredig. Het land met de beste medische zorg (1 punt) geeft het meeste geld uit aan zorg (1 punt). Het land met de slechtste medische zorg (14 punten), geeft het minste geld uit aan zorg (14 punten).

Maar de werkelijkheid is anders, er zijn landen die veel zorg leveren voor het geld en er zijn landen die weinig zorg leveren voor het geld. Dit wordt grafisch weergegeven met een ‘landenwolk’ (puntenwolk) rondom de diagonaal X (Kosten) = Y (Zorgkwaliteit).

De twee score-reeksen zijn gelijkmatig verdeeld over de twee assen. Het land dat verticaal aan de top staat (Zwitserland) heeft de beste zorgkwaliteit, Het land dat horizontaal het meest naar rechts staat (Zweden) heeft de hoogste zorgkosten. De landenwolk geeft een beeld van de relatieve positie van de 14 landen ten opzichte van elkaar. Dit is de landenwolk:

zorgtabel

Curatieve zorg versus langetermijnzorg

De hoge zorgkosten van Nederland zijn voor een deel het gevolg van de hoge uitgaven aan Long-term care (onder meer de ouderenzorg). Er is dus een reden om een variant van de landenwolk te maken zonder de Long-term care.

Noodgedwongen vallen dan twee landen af omdat er geen data zijn: Italië en Engeland. De score van de 12 moderne Europese landen is berekend door het gemiddelde te nemen van de kostenontwikkeling van de curatieve zorg (OESO) over de periode 2006-2014 als percentage van het nationaal inkomen en het nationaal inkomen (BNP) in 2014.

Ten opzichte van de landenwolk zijn de verschuivingen: (links van de diagonaal) Noorwegen en Zweden doen het qua kosten veel beter, Frankrijk en vooral Finland duidelijk minder; (rechts van de diagonaal) Duitsland doet het veel beter, Belgie iets beter, Oostenrijk en Denemarken doen het slechter qua kosten.

Nederland staat afgetekend in het rechtervlak en hoort tot de categorie landen met een ondoelmatig medisch zorgstelsel.

12-eu-cure-17102016

Een uitgebreide versie van deze column is gepubliceerd op zorgblog SKIPR. Gijs van Loef is expert op het snijvlak van overheid en markt. Hij is auteur van de boeken ‘De kloof voorbij, een visie op de toekomst van Nederland’ en ‘Kiezen tussen overheid en markt, een wake-up-call voor onze volksvertegenwoordigers’.